Inrichting Onderwijs
HETEROGENITEIT
De Stichtse Vrije School vindt zowel het cognitieve, als ook het sociale en het kunstzinnige element in het onderwijs heel belangrijk. ‘Hoofd, hart en handen’ of ‘denken, voelen willen’ noemen we dat ook wel. Wij zien de klassen als oefenplaatsen, waarin leerlingen kunnen oefenen voor hun latere leven. Omdat we pas laat adviseren over verschillende examenroutes, hebben leerlingen tijd om te ‘rijpen’ en blijven leerlingen met heel verschillende kwaliteiten en vaardigheden, waar mogelijk, langer bij elkaar in de klas zitten. Heterogene klassen noemen we dit en dat versterkt de sociale vorming van de leerlingen. Daarnaast leren zij door de diversiteit in de klas op allerlei manieren tot oplossingen van vraagstukken te komen, soms heel praktisch, maar vaak ook creatief denkend.
Antroposofie
Aan het onderwijs van de vrije school ligt een mens- en wereldbeeld ten grondslag dat door Rudolf Steiner ontwikkeld is. Rudolf Steiner (1861-1925) is de grondlegger van de antroposofie. Vanuit het antroposofisch mens- en wereldbeeld heeft Rudolf Steiner in 1919 de Freie Waldorfschule gesticht. Kort daarna zijn ook in andere landen, waaronder Nederland, vrije scholen ontstaan. Het begrip ‘vrije’ leidt vaak tot verwarring, maar betekent dat de eerste vrije scholen niet strikt gebonden wilden zijn aan overheidscriteria. Het betekent niet, zoals vaak ten onrechte wordt gedacht, ‘doe maar wat je wilt’; wij hebben een duidelijke visie en een duidelijke structuur in ons onderwijs. Vrij van onderwijscriteria zijn wij allang niet meer, maar onze eigen visie op onderwijs en op de ontwikkeling van leerlingen is ook nu nog terug te zien in ons curriculum.
Wij onderwijzen geen Antroposofie. De Stichtse Vrije School is een school voor algemeen bijzonder onderwijs, met een spirituele grondslag. Leerlingen van iedere sociale, culturele en religieuze achtergrond zijn welkom.
LEERPLAN
De vrije school biedt een doorlopende leerlijn voor leerlingen van 6 tot en met 18 jaar. Het leerplan omvat 12 leerjaren (na twee jaar kleuterschool). In pedagogisch opzicht is de vrije school ingedeeld in
• de kleuterklassen,
• de onderbouw (klas 1 tot en met 6)
• de middenbouw (klas 7 en 8)
• de bovenbouw (klas 9 tot en met 12)
De middenbouw en de bovenbouw vallen onder het voortgezet onderwijs.
In iedere klas loopt een jaarthema dat past bij de leeftijdsfase, als een rode draad door de leerstof heen. Hierdoor krijgen de verschillende vakken onderlinge samenhang. Omdat een bepaalde ontwikkelingsfase niet herhaald kan worden, komt zittenblijven bij ons dan ook in principe niet voor.
Onderstaand overzicht geeft aan hoe onze school is ingericht. Leerlingen stromen bij ons binnen in klas 7, het eerste leerjaar. Aan het einde van klas 9 krijgt de leerling advies over de te volgen examenroute. Dit kan zijn via de mavo leerweg, de 5 jarige havo route of de 6 jarige havo route (het meest gekozen) of via het vwo, eveneens 6 jaar. Het vrije school curriculum behelst 12 jaar. Wanneer een leerling het echte vrijeschoolcurriculum volgt, is 5 jaar havo te kort. Daarom kiezen de meeste leerlingen voor een 6 jarige havo die in klas 10 ook het afleggen van het mavo examen vraagt.
Inrichting en aansluiting op vervolgonderwijs
Periode-onderwijs
Het leerplan is gericht op een brede algemene ontwikkeling en biedt daarom een breed scala aan vakken, die iedere leerling binnen de heterogene stamklas, op eigen niveau kan volgen. In de ochtenduren zijn de lessen thematisch ingericht. We noemen dat ‘het periodeonderwijs’. In deze lessen wordt niet met een lesmethode gewerkt, maar stellen de leerlingen hun eigen ‘lesboeken’ samen, in zogenaamde periodeschriften. De leerlingen hebben een actieve rol bij de verwerking van de lesstof. Zo wordt niet alleen het denken gestimuleerd, maar worden ook het gevoelsleven en de wil aangesproken. Deze benadering geldt voor alle vakken. Dit vraagt van leerlingen concentratie, wilskracht en het vermogen om zich in te leven in de materie. We zien ook dat leerlingen door deze werkwijze meer intrinsiek gemotiveerd raken.